Ervaringverhalen van onze vrijwilligers
‘Wil jij even gaan kijken…of hij nog ademt’
Het sneeuwt, wat een bijzondere avond om nu te gaan waken. Zo vredig!
De deur wordt open gedaan door Mevr. Het eerste wat zij zegt… welkom, wat een bijzondere avond he? Het sneeuwt zo hard, alles ziet er veel mooier uit nu.
In de kamer zit een dierbare vriend van meneer, zichtbaar aangeslagen door het grote verdriet wat hij voelt.
We staan aan het bed van meneer en mevrouw begint haar verhaal/overdracht. Ik vraag haar of we even in de kamer zullen gaan zitten, zodat meneer ons niet kan horen praten ‘over hem’.
Maar hij is al heel ver weg, zegt mevrouw, hij hoort ons toch niet. Ik geef aan dat we dat niet zeker weten, of hij ons kan horen. Wel geef ik aan dat, als ik haar was, niet naar bed zou gaan, omdat ik het idee heb dat het niet meer zo lang zou duren.
Als we een poosje in de kamer zitten, vraagt mevrouw:
wil jij even gaan kijken…of hij nog ademt.
Als ik een poosje bij het bed sta, denk ik, dit gaat wel heel erg snel, en ik ben nog maar net binnen.
Ik wenk mevrouw en de goede vriend, of ze willen komen……Het sterven gaat nu daadwerkelijk gebeuren.
Meneer glijdt weg/hij is aan het overgaan!
We pakken elkaar vast. Mevrouw is zo blij dat ik haar vasthoud tijdens het stervensproces van haar man.
Wat een prachtige en waardevolle warmte, zo dankbaar dat ,ik’ daar een klein onderdeel van mag zijn.
Er zijn!!!
Leven is doodgaan.
Het enige zekere in ons bestaan.
De lamp flikkert, ik ga naar bed.
‘De pendule slaat 11 uren als wij binnenkomen’
De pendule slaat 11 uren als wij binnenkomen. Het geluid galmt door de kamer.
We wachten op de laatste slag.
“Mijn moeder is er aan gewend, dus laten we het zo”, verzucht de zoon.
Hij ziet er moe en verloren uit en lijkt te groot voor de kleine kamer en het iele figuurtje in bed. Opgelucht om even op adem te kunnen komen vertrekt hij.
Ik hoor mijn collega met onze gastvrouw praten over de kleinkinderen. Wat doet ze dat mooi.
De Statenbijbel staat statig op een standaard in de hoek. Die gaan we niet aanraken.
In geval van nood heb ik het bijbeltje van mijn vader bij me. Mijn vader: Schipper naast God.
Het wordt een onrustige nacht.
Ergens midden in de onrust vraagt onze gastvrouw mij om de pendule op te winden.
Het sleuteltje vind ik op de vensterbank. Ik draai het uurwerk en het slagwerk slechts een paar keer. In gedachten hoor ik mijn grootvader me vermanen om het raderwerk nooit te strak op te winden maar ook de symboliek dat de pendule niet vaak meer hoeft te slaan ontgaat mij niet.
De volgende dag valt de stilte.
De Laatste Etappe
HEST verleent af en toe op verzoek van de familie ook hulp aan zieken die in een verzorgingshuis zijn opgenomen.
Afgelopen nacht samen met een nieuwe bij Hest aangesloten collega vrijwilliger gewaakt bij een 91 jarige meneer in een verzorgingshuis. Nieuwe Hest-leden lopen altijd een of meer eerste inzetten met een andere Hest-vrijwilliger mee.
We lossen zijn enige dochter en schoonzoon af om elf uur, zodat zij hun zichtbaar broodnodige rust kunnen pakken. Het is aan hen af te zien dat waken bij familie een taaie bezigheid kan zijn, die in fysiek en mentaal opzicht veel kan vergen van mensen.
In de eerste drie uur zien we een teruggang bij meneer die ons doet vermoeden dat hij het ochtendgloren niet eens meer zal halen. Het is toch ook weer wonderlijk om te zien waar iemand de restanten levensenergie vandaan weet te halen om in het holst van de nacht een ogenschijnlijk soort van stabilisatie van zijn conditie te krijgen.
In de vroege ochtend rond de klok van zes, is een verdere verslechtering waarneembaar; het onafwendbare, definitieve sluipt langzaam, maar zeer beslist voelbaar naderbij. Het is tijd dat familie snel aansluit voor wat de laatste uren zullen zijn.
Iets na zevenen in de morgen verlaten mijn Hest-collega en ik de ruimte waar iemand het laatste stukje van zijn levenspad zal afleggen samen met zijn kinderen. We voelen de dankbaarheid van het echtpaar dat ze afgelopen nacht energie hebben kunnen opdoen voor het laatste deel van haar vaders etappe.
Aan het einde van de ochtend bereikt ons het bericht dat het staartje van de etappe nog amper twee uur heeft geduurd.
De laatste fase van het leven,
Is met alle menselijke emoties doorweven;
Soms emotioneel en intens,
Soms is ’t vertrek de enig resterende wens,
Maar wat vaak opvalt is dat aandacht, tederheid en liefde bovenal,
Die laatste fase van het leven,
Markeren zal.
Zou u uw naasten willen steunen in hun laatste levensfase?
Mijn moeder was stervende. Wij stonden met de hele familie om haar bed. Ze was 93 en had de avond ervoor nog haar zorgen met mij gedeeld, maar ze kon helaas niets meer voor ons doen zei ze.
Het is niet nodig, het is goed zo zei ik. Ze was gerustgesteld en wilde slapen.
Ze stierf in ons nabij zijn. Ik kijk er met tevredenheid op terug hoe het is gegaan.
Helaas ging het, een paar jaar later, met mijn vader anders. Hij was oud en kon nauwelijks meer voor zich zelf zorgen.
Na een sombere prognose veerde hij weer op. Hij wilde nog wel een poosje bij ons blijven en graag zijn verjaardag met ons doorbrengen.
Helaas ging het toch snel minder. We kwamen regelmatig op bezoek. De familie woonde echter op afstand en wilde thuis slapen. Het kon nog wel dagen duren dachten we.
‘s Nachts kreeg ik onverwachts een telefoontje. Hij was ingeslapen, alleen.
Als ik er aan denk voel ik nog steeds dat ik tekortgeschoten ben.
Had ik toch niet bij hem moeten waken!
De stichting HEST is bij toeval op mijn weg gekomen. Hun vrijwilligers kunnen ‘s nachts waken.
Ik had er voordien nooit van gehoord, anders had ik ze ingeschakeld.
Hopelijk komt het ook op uw weg, want wij zouden het heel fijn vinden als u zich als vrijwilliger bij ons aansluit.
Het was weer zo’n nacht.
Het was weer zo’n nacht.
Het is stil in huis, de meneer waar ik bij waak is in diepe rust.
Er gewoon zijn….
Vannacht ben ik er ook gewoon.
Zachtjes klikt de klok in de woonkamer de resterende tijd weg.
Vannacht is meneer niet veel meer in het hier en nu geweest, je voelt aan alles in de atmosfeer hier in huis dat een andere dimensie heel dichtbij is; bijzonder en ook heel gewoon.
De zon komt weer op als ik een kort stukje schrijf als overdracht van hoe de nacht is verlopen.
Mijn “zijn” hier zit er weer op en ik keer huiswaarts.
Tot een volgende keer wellicht….
Dan zal ik er gewoon…… weer zijn.
Jeroen
“Ik ben dankbaar dat ik tot het laatst toe haar heb kunnen bijstaan”
Veel meegemaakt in de 16 jaar dat ik dit werk doe,maar mijn diepste gedachten gaan uit naar het begeleiden van een vrouw met ALS.
Een tragisch proces, waarin het verval van een nog jonge vrouw zo duidelijk naar voren komt. Ik ben dankbaar dat ik tot het laatst toe haar heb kunnen bijstaan.
“Het is fijn om te horen dat het de mantelzorger goed gedaan heeft om rustig te kunnen slapen”
Het is twaalf uur en stil in huis.
Vannacht ben ik bij een echtpaar en hoop dat de mantelzorger een goede nacht heeft.
De partner is ’s nachts onrustig en wordt geholpen om naar het toilet te gaan.
Dat is meestal meerdere keren per nacht waardoor de mantelzorger niet aan rust toe komt.
Er is een bewegingsmelder bij het bed, zo kan ik in de kamer rustig zitten en wat voor mezelf doen zonder te storen.
De bel gaat, ik ga kijken en help met de toiletgang. Als de bel weer gaat zijn alleen de benen buiten het bed en hoeft er verder niets te gebeuren. De nacht verloopt rustig.
Tegen zeven uur is de mantelzorger weer uit bed. We delen de belevenissen van de nacht.
Het is fijn om te horen dat het de mantelzorger goed gedaan heeft om rustig te kunnen slapen. Nu ga ik lekker een poosje naar bed.